Diabetes bij hond en kat

Diabetes mellitus of suikerziekte is als ziekte bij mensen goed bekend. Niet iedereen weet dat ook onze vrienden op vier poten ermee te maken kunnen krijgen!

Wat is suikerziekte?

Diabetes wordt veroorzaakt door een tekort aan insuline of door een ongevoeligheid voor lichaamscellen om op insuline te reageren.

Insuline wordt geproduceerd in de pancreas. Wanneer het suikergehalte in het bloed stijgt, na een maaltijd, zullen deze cellen reageren door meer insuline vrij te geven.

Insuline zal er na een maaltijd voor zorgen dat het suiker in het bloed, zich verplaatst naar de cellen. De cellen kunnen deze suiker dan als brandstof gaan gebruiken.

Insuline wordt bij patiënten met suikerziekte onvoldoende aangemaakt of het lichaam reageert onvoldoende op de insuline. Dit wil zeggen dat de opgenomen suiker in het bloed blijft en niet kan gebruikt worden door de lichaamscellen als brandstof..

Bij dieren met suikerziekte is er dus een verhoogd suikergehalte in het bloed, terwijl de lichaamscellen zelf een tekort hebben aan glucose.

Symptomen

De duidelijkste symptomen die wijzen in de richting van diabetes zijn:

  • Veel drinken
  • Veel plassen
  • Vermageren, ondanks een goede eetlust
  • Minder actief, lusteloos
  • Doffe en droge vacht

Wanneer er een vermoeden is van diabetes, zal dit steeds gecontroleerd worden met een bloedafname en -analyse. Hierbij zal gekeken worden naar de hoeveelheid suiker die in het bloed aanwezig is. De analyse van het bloedstaal gebeurt in de praktijk. De resultaten heeft u dus steeds nog de dag zelf, waardoor er snel een behandeling kan opgestart worden indien dit nodig zou zijn.

Behandeling

Suikerziekte behandelen vraagt motivatie van de eigenaar, maar heeft een goede prognose. Wanneer diabetes goed onder controle is, kan uw huisdier een normaal en actief leven leiden.

Het doel van de behandeling is om de suikerwaarde van het bloed opnieuw zo normaal mogelijk te krijgen. Hiervoor zal de eigenaar 2 keer per dag insuline moeten injecteren.

De dosis insuline die uw dier moet krijgen, wordt bepaald door de dierenarts. In het begin zal uw dier regelmatig opgevolgd worden om de dosis bij te sturen.

Naast het inspuiten van insuline, wordt ook het dieet van uw dier aangepast.

  • Hou uw dier op gewicht: te dikke dieren moeten vermageren en te magere dieren moeten terug aankomen
  • Schakel over op een commerciële voeding die aangepast is voor honden of katten met diabetes. (bv. Calibra diabetic/obesity)
  • Biedt uw dier voeding aan, pas wanneer u uw dier ziet eten mag u de insuline inspuiten
Diabetes bij hond en kat

{{ popup_title }}

{{ popup_close_text }}

x